Historie van de wijk

Geschiedenis
27 juni 2023

Historica Anna Wits dook voor ons in de historie van Welgelegen-Den Hommel. Het begon allemaal met een landgoed en een herberg. Lees hier het originele meer uitgebreide verhaal over de historie van Welgelegen en Den Hommel.

 

Naamgevers van de wijk

De huidige wijken Welgelegen en Den Hommel danken hun naam aan de voormalige buitenplaats Welgelegen en Café-Restaurant Den Hommel aan de Leidse Rijn in de toenmalige gemeente Oudenrijn.

In 1920 koopt de gemeente Utrecht het landgoed Welgelegen met Den Hommel van de laatste bewoner Guillam van den Broeke. Guillam komt uit een familie van steenfabrikanten en bezit zelf de steenfabriek Rijnhoven aan de Jutphaseweg. Deze ‘Elektrische Steen- Pannen- en Vuurvaste Steenfabriek’ bakt dakpannen en bakstenen en het complex bestaat uit de fabriek met kantoor, een bazenhuis en twee blokken arbeiderswoningen. Vader Pieter Hendrik Cornelis is hier begonnen en ‘in de stenen’ legde hem geen windeieren. Hij wordt door vererving en aankoop eigenaar van de buitenplaats Welgelegen met Den Hommel in 1857; daarna, in 1869, ook nog van de buitenplaatsen Oog in Al en Rhijnlust. Samen met zijn vrouw Josephina van Zijll, geboren en getogen in Oudenrijn, gaat hij zelf op Welgelegen wonen. Van den Broeke en zijn echtgenote behoren tot de notabelen van Oudenrijn. Het echtpaar krijgt meerdere kinderen waarvan er vier in leven blijven; twee zoons en twee dochters.

 

Witte villa

Welgelegen is in 1803 gebouwd op de plek van de kapitale boerderij De Oude Hofstede langs de Leidse Rijn. De oudste sporen van bebouwing op deze plek gaan terug tot 1712. In 1803 laat bewoner Gerrit ‘t Lam Vos de Oude Hofstede afbreken en bouwt er de witte villa. Eerst noemt hij dit huis Den Bouwacker (nieuw huis op deze akker) maar het wordt al snel Welgelegen, wél-gelegen, want het ligt zeer mooi met een prachtig uitzicht op de omgeving. ‘t Lam Vos koopt in 1818 ook herberg Den Hommel en daarmee komen Welgelegen en Den Hommel in één hand en dit zal ook bij de familie Van den Broeke zo blijven. Het landgoed wordt door Van den Broeke verder uitgebreid door de aankoop van boerderijen en landerijen in de omgeving. Na de dood van vader Pieter Hendrik Cornelis in 1881, op 54-jarige leeftijd, erven zijn twee zoons de buitenplaatsen. De twee dochters vallen buiten de boot. In 1890 gaat zoon Pieter Hendrik in het landhuis Oog in Al wonen en zoon Guillam trekt bij zijn moeder in op Welgelegen. Als Guillam 37 jaar is ontmoet hij zijn vrouw Jacoba Brusse uit Amsterdam. Vader Brusse zit in de tabak. Na hun huwelijk op 30 maart 1899 komt Jacoba naar Welgelegen. Hier worden zoon Henri Josef (1900) en dochter Eleonora (1902) geboren. Eleonora wordt slechts 25 jaar.

 

Kersen eten

Guillam timmert aan de weg met zijn Steenfabriek en wordt door de belastingen als hoogstaangeslagene betiteld. Hij investeert in het verfraaien van Welgelegen en maakt er een prachtig landgoed in Engelse landschapsstijl van met vijver, theekoepel, draaibaar houten prieel en koetshuis. De koetsier woont in het achterhuis van Den Hommel en de tuinman van het landgoed, Van Drie, woont in het tuinmanshuis iets verderop. Op het landgoed bevinden zich meerdere boerderijen met weilanden. Deze worden verhuurd. De boerderijen Hendrikshoeve en Nieuw Welgelegen van Vernooij zijn daarvan voorbeelden. Op het landgoed zijn veel appel-, peren- en kersenboomgaarden te vinden. Deze worden deels verpacht. Als de kersen rijp zijn mogen de boomgaarden worden bezocht en de kersen gekocht. Kersen eten wordt een zeer geliefd uitje voor de Utrechters. Op het landgoed bevinden zich verder prachtige eikenlanen en in het bos is het goed wandelen. Er zijn ook stallen en als paardenliefhebber doet Guillam graag mee aan wedstrijden. Hij wint  prijzen zoals die voor het ‘schoonste en bestgaande rijpaard’. En er mag op het landgoed worden gejaagd. Welgelegen is veel groter dan buitenplaats Oog in Al. Het strekt zich uit tot ver over de huidige Weg der Verenigde Naties tot in het huidige Kanaleneiland.

 

 

Verkoop aan de gemeente

Hotel Restaurant Den Hommel is een bekende pleister- en ontspanningsplaats. Deze is in de 17e eeuw begonnen als herberg ‘t Hommeltje. In de jaren ’20 kun je er vanuit de stad met een bootje naartoe varen. De eerste stop is theehuis Oog in Al en de eindbestemming is Den Hommel. Hier kun je prachtig wandelen of wat drinken in de mooi aangelegde tuinen. En vergeet het kersen eten niet!

In de Eerste Wereldoorlog lijdt de familie Van den Broeke grote verliezen en daarom gaan ze in 1918 (Oog in Al) en 1920 (Welgelegen en Den Hommel) akkoord met de verkoop van de buitens aan de gemeente. Guillam en de gemeente onderhandelen twee jaar lang over de prijs voor Welgelegen. Het wordt uiteindelijk 78.000 gulden voor het landgoed van 79 ha dat bestaat uit 42 percelen. De taxateur van de gemeente noemt het landgoed en de gebouwen van ‘prima kwaliteit’. Ook de directeur Gemeentewerken is zeer te spreken over dit landgoed en, zo zegt hij in 1920: ‘In aansluiting met den aan de overzijde van den Leidschen Rijn gelegen eigendom van de Gemeente op „Oog en Al", zou het een uitmuntende gelegenheid voor stadsuitbreiding opleveren.’ De gemeente plaatst borden met ‘verboden toegang’ bij het landgoed om stropers te weren.

Guillam mag er met zijn echtgenote nog maximaal 20 jaar blijven wonen voor een huur van 2.000 gulden per jaar. Ook mag hij er blijven jagen en vissen en blijft zijn vrije uitzicht over ‘den z.g. Hommelschen vijver aan de Noordzijde’ ongewijzigd.

 

Eerste plannen

Utrecht presenteert in 1924 plannen om op een deel van het oude landgoed Welgelegen, voorbij het huidige 24 Oktoberplein, een groot park aan te leggen. Maar dit gaat niet door. Wel wordt er in 1921 het sportpark Nieuw Welgelegen geopend op een deel van het oude landgoed richting de Kanaalweg. Midden jaren ’50 staan de uitbreidingsplannen voor Welgelegen en Den Hommel op papier.

Op 29 april 1942 wordt ‘Landhaus Welgelegen mit Garten und samtlichen Nebengebäude’ in beslag genomen door de Duitse Kriegsmarine. Hun hoofdkwartier met bunker zit vlakbij in het Militair Hospitaal. Guillam en Jacoba wijken uit naar Huis Horssen in Gelderland van zijn zus Maria en zwager Bouwens die daar 20 jaar burgemeester was. De Duitsers maken een lange inventarislijst van de in beslag genomen inboedel in de 21 kamers, de keuken, de kelder en het koetshuis. Na vertrek van de Duitsers leggen tot 6 november 1945 de Canadezen beslag op het huis. Guillam en Jacoba keren niet meer terug naar Welgelegen. Jacoba overlijdt in 1943 en Guillam vlak voor de bevrijding op 11 april 1945 op 83-jarige leeftijd, beiden te Horssen.

Na de oorlog wordt Welgelegen een Nederlands Hervormd Rusthuis met twee zijvleugels van één etage hoog. In de voortuin lopen schapen. In 1992 wordt het huis helemaal gerenoveerd tot een wooncomplex voor 50-plussers uit de buurt. Prinses Margriet komt naar de wijk om Park Welgelegen te openen. In de volksmond wordt het voortaan ‘Klein Soestdijk’ genoemd.

 

Het laaste restje Welgelegen

Den Hommel wordt in 1984 afgebroken en het huidige IBIS Hotel komt er in 1985 voor in de plaats. Van het oorspronkelijke landgoed Welgelegen en van de vele boomgaarden rond Den Hommel is niet veel meer terug te vinden. Het fraaie bos is goeddeels verdwenen door de aanleg van de Weg der Verenigde Naties en de wijk Kanaleneiland. Achter het Esso-station zijn nog enkele oude zomereiken terug te vinden. Op de hoek van de Ravellaan staat nog een grauwe Abeel uit 1860. De huidige bewoners zetten zich in voor behoud van het laatste restje ‘Hommelbos’, dat ooit behoorde bij het uitgestrekte landgoed Welgelegen.

 

Lees meer verhalen van van Anna Wits op www.ooginalinbeeld.nl.